donderdag 29 mei 2014

Op naar vijf ton...?

Het voorjaar van 2013 vormde de start van een nieuw avontuur. De vraag werd gesteld of ik interesse had in het overnemen van een auto. Niet 'zomaar een auto', maar een witte Saab 900 uit 1992, de 'compacte luxeauto' van weleer en - het mag best hardop gezegd - het vervoersmiddel van dokters en advocaten eind vorige eeuw bij uitstek. Nu in de aanbieding voor iets meer dan 400 euro. Het enige snel overwonnen twijfelpunt: de auto had meer dan 430.000 kilometer gelopen.

Toch, vanaf de koop stond een ding voor me vast: als ik als arme archeoloog dan echt ging investeren in het idiote bedrag van 50 euro per maand wegenbelasting, een verbruik van 1 op 12 en onbekende maar waarschijnlijk torenhoge verwachtte jaarlijkse onderhoud- en APK kosten, dan moest dit meer worden dan gewoon de volgende auto in de lijst. Dit was tenslotte erfgoed (!?) en erfgoed vraagt als altijd om weloverwogen keuzes en bovenal om respect! Tot dat moment had ik de motorkap van mijn vorige auto's hooguit één keer open gedaan en daarna snel weer dicht, maar als ik dit 'ding' echt wilde rijden, dan moest ik onvermijdelijk veel zelf gaan doen wat reparaties en onderhoud betreft. Een gedachte die me als complete autoleek zowel met enthousiasme als huiver vervulde...en beide zeer terecht zoals al snel zou blijken.

Maar naast de keuzes over eigen onderhoud zou nog iets anders centraal moeten staan. Als erfgoedwerker in de archeologie begaf ik me met deze aankoop op het totaal onbekende terrein van het mobiel erfgoed. De keuze voor deze auto zou alleen waardevol zijn als het de start werd van een onderzoek naar de betekenis van mobiel erfgoed in mijn eigen leven en het leven van de mensen om me heen. Welke boodschappen en schatten liggen er verborgen in het rijden van een 20 jaar oud benzineslurpend gevaarte? Welkom bij het verhaal van zomaar een Saab 900.